Neusstrips worden aan de buitenkant van de neus aangebracht. Ze bevatten een plastic strip die de vleugels van de neus naar buiten trekt en zo opent. Neusspreiders daarentegen worden in de neus gestoken en openen de neus van binnenuit. Ze kunnen over een lange periode worden hergebruikt, maar de neusstrips moeten na gebruik worden weggegooid.